Artikel DVHN 03-06-2016 (PDF-formaat)

Het mooiste wielerbaantje van Groningen


Een mengelmoes van wielerprofs, recreanten, mannen en vrouwen knalt elke donderdagavond een uur lang over de wielerbaan bij Corpus den Hoorn. De koers is al veertig jaar een begrip in Stad en Ommeland.



'Mag ik volgende week betalen?'

Klik, klik, klik, klik, klik. De schoenen zetten zich vast in de pedalen. ,,Als iedereen zo ver is, dan kunnen we van start”, klinkt uit de megafoon van de zwarte jurywagen. De beenspieren spannen zich en het peloton komt in beweging. Het komende uur zoeven zo’n 150 wielrenners over de wielerbaan van sportpark Corpus den Hoorn.

Een half uur eerder. Een lint van renners staat geduldig in de rij bij de jurywagen. In ruil voor twee euro krijgt een renner een rugnummer en drie speldjes. ,,Ik ben mijn geld onderweg hier naar toe verloren toen ik mijn mobiel uit mijn zakje haalde. Mag ik volgende week ook betalen?”, vraagt een renster beschaamd. Organisator Karin Gibcus (48) kijkt haar aan en knikt. ,,Dat is prima hoor, volgende week wel betalen he.” De koersdirectrice is niet zo streng. ,,Eigenlijk gaat het altijd goed.”

Profs en recreanten

Elke donderdagavond tussen april en september wordt er op de wielerbaan een koers gereden. Een uur lang rijden op het 1600 meter lange circuit. De baan loopt om Sportpark Corpus den Hoorn heen. Op de sportvelden wordt onder meer voetbal, rugby en honkbal gespeeld.

Iedereen mag aan de koers meedoen. Zolang de renners minimaal zestien jaar zijn en de twee euro inleg betalen. En ze moeten natuurlijk beschikken over een racefiets en helm. Een wedstrijdlicentie is niet nodig. Het peloton is dan ook elke week een allegaartje van mannen en vrouwen, van jonge en oudere renners en van profs en recreanten. Sommigen zien het als een extra training, voor anderen is het een echte wedstrijd. Het mooiste van zo’n koers is dat je als recreant zomaar in het wiel kan zitten van een profrenner. Topsporters als Tom-Jelte Slagter, Sven Kramer en Bauke Mollema rijden elk jaar wel een keer mee.

Degene die als eerste over de streep komt, verdient punten. De eerste tien van het klassement krijgen aan het einde van het seizoen een beker. ,,Een kleine prijs, maar sommige renners willen per se die beker hebben. Het is natuurlijk toch een prestigestrijd”, zegt Gibcus met een lach. ,,Ze strijden er keihard om.”

Elke donderdagavond

De koersdirectrice deelt de jurywagen met Jopie Buiten (77) en Wim Schuil (50). Neef Jan Schuil staat buiten foto’s te maken van het peloton. De thermoskan koffie gaat rond, de laatste nieuwtjes worden uitgewisseld. Een hechte club. Al jaren. Elke donderdagavond zijn ze er. ,, Ik mag van mezelf één donderdag per seizoen missen”, zegt Gibcus. ,,Dan loop ik de Nijmeegse Vierdaagse.”

De Gerard Gibcusbaan

Vorig jaar overleed haar vader, Gerard Gibcus. Hij is de grondlegger van ‘het mooiste wielerbaantje van Groningen’, zoals de renners de baan liefkozend noemen. Gibcus heeft het sportieve fenomeen vanaf het eerste uur meegemaakt en was veertig jaar lang de organisator van de wielerkoersen op Corpus den Hoorn.

Begin dit seizoen is de baan gedoopt tot de Gerard Gibcusbaan. Op initiatief van een van de renners zelf. Voor Karin Gibcus en haar moeder was het een verrassing. ,,Ik wist van niets. Het was best emotioneel en ik ben erg trots dat de baan nu zijn naam draagt.” Karin wijst naast zich in de jurywagen. ,,Hier zat hij altijd, in de hoek. Het blijft raar dat hij er niet meer bij is.”

Een stuurfout is zo gemaakt

Om de paar minuten racen de renners langs de jurywagen. Het gaat snoeihard. Hier is geen sprake van een trainingsronde, er wordt gewoon gekoerst. Een jonge renner stopt vloekend bij de jurywagen. ,,Dit is niet te geloven! Vliegt er zomaar een honkbal tegen mijn wiel.” Gelukkig valt de schade mee.

Dat is het nadeel van een wielerbaan om sportvelden heen, soms gaat het mis. Ook bij de renners zelf. Profs en amateurs rijden door elkaar. Renners die minder vaak op de fiets zitten, zijn niet altijd gewend aan de snelheden waarmee zo’n peloton rijdt. Een stuurfout is zo gemaakt. ,,We hebben de afgelopen keren meerdere valpartijen gehad”, zegt Gibcus. ,,Gelukkig loopt het eigenlijk altijd goed af, maar het ziet er altijd wel even vervelend uit.”

Wie heeft er gewonnen?

De koersdirectrice roept om dat er nog drie ronden te rijden zijn. Een aantal renners stapt af. ,,Er wordt hier zo ontzettend hard gereden en gekwakt. Mij niet gezien”, laat een van hen weten. Twee ronden later komt het peloton met ongekende snelheid op de finishstreep af. Een massasprint. De organisatoren hangen uit de jurywagen om te zien wie als eerste over de streep komt. Een helse taak. Meetapparatuur is niet aanwezig.

,,Heb jij het kunnen zien?”
,,Volgens mij is nummer 126 tweede.”
,,Nee, die kwam als derde over de streep.”
,,Dat was toch nummer 106?”

Navraag bij de deelnemers leert dat nummer 126 toch heeft gewonnen. Mooi, zo’n wielerbaan waar de wielrenners zelf uitsluitsel moeten geven wie er gewonnen heeft.

Bron: Dagblad van het Noorden (03-06-16)
Liselotte Schüren